Maandag 12 november
Door: Harry
Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry
14 November 2007 | India, Bādāmi
Vandaag staan we even aan de wieg van de Indiase tempelarchitectuur.
De oudste rotsformaties ter wereld, diepe kloven, steile klippen, rood zandsteen waar je kijkt. In Aihole en Pattadakal staan, door de Unesco in bescherming genomen, prototype's van latere tempelkunst. Meer dan honderd gebouwtjes, soms zo'n 1500 jaar oud, staan als een opgeschrikte schaapskudde tussen akkers vol mais, boerendorpjes en verlegen rivieren.
Meer dan eens blijf ik wat langer stilstaan om naar het beeldhouwwerk te kijken. Aangevreten door vader Tijd en moeder Natuur, hebben veel beeltenissen gek genoeg aan kracht en karakter gewonnen. Ik vind ze charmant. De contouren van deze Chalukya-tempels steken
nauwelijks af tegen de grillige rode heuvels. Met het keurig getrimde gras en de hoge gietijzeren tralies eromheen heeft de Unesco ons erfgoed weliswaar goed bewaard, maar er is ook een levenloos museum ontstaan.
In de omringende dorpjes is het levendig in het kwadraat. Talloze handen, handjes en vingertjes schudden, familieportretten maken, zwaaien, lachen, en natuurlijk koekjes kopen of kokosnoot. Nogmaals het contrast tussen arm en rijk, soms grijpt het me naar de keel. Maar dan zie ik ook de trots waarmee zij hun bestaan met ons willen delen, althans voor even.
Temidden van een stoet versierde traktors en volgeladen tuktuks rijden we verder naar Badami. Dezelfde bedrijvigheid en toch ook kleine nuance-verschillen. Noord en Zuid India vermengen zich hier een beetje.
Op de markt is nog volop handel in tomaat en ui. Sommige vrouwen, van bergstammen of nomaden, dragen kleding die rond de hals met spiegeltjes is versierd. Achter een doolhof van steegjes gaan twee moskeeën schuil. De oproep tot gebed weerkaatst tegen de steile rotswand waarin de hoofdattraktie van Badami ligt verborgen. In natuurlijke grotten zijn drie hindoe-tempels en een jain-tempel uitgehakt. Telkens een etage hoger geven ze stukje voor stukje hun geheimen prijs. Ver beneden, op de trappen langs het donkere water van een reservoir, horen we het geluid van natte lappen die geschrobt en uitgeslagen worden.
Het is een zalig moment. Het stof en het tumult van de straat hebben verloren van de fluisterende wind. Cultuur en natuur perfect versmolten, goddelijk. Vooral de jain-tempel is door die kenmerkende soberheid weer het meest op z'n plaats in deze "oertijd". Als de zon stilaan de rotsen weer de kleur van lava teruggeeft en de meeste bezoekers naar de uitgang druppelen, komen er andere figuurtjes in beweging. Uit de spelonken om ons heen springen aapjes tevoorschijn. Ze nemen de trappen en zitbankjes in beslag en hengelen behendig naar de plastic waterfles van een beduusde toeriste.
Zo gaat dat al jaren, duizenden jaren.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley