Nachtverlichting - Reisverslag uit New Delhi, India van Anke en Harry Freese - WaarBenJij.nu Nachtverlichting - Reisverslag uit New Delhi, India van Anke en Harry Freese - WaarBenJij.nu

Nachtverlichting

Door: Harry

Blijf op de hoogte en volg Anke en Harry

19 November 2007 | India, New Delhi

Een fel wit schijnsel lijkt naderbij te komen, uit dezelfde richting een aanzwellend gebulder. De mensen die zich om ons heen verzameld hebben, bewegen zich nu schichtig naar voren.
B2 - 47, denk ik hardop. Ze hebben het Diwali-feest met familie of vrienden aan zee gevierd. Overal volgepakte tassen en gammele koffers die nerveus over het perron worden gesleept. De rails glimmen als zilver in de lichtbundels van de lokomotief, piepende remmen, B2 - 47.
Aan een handkar, een kleine supermarkt in kinderwagen-formaat, wordt nog snel iets lekkers gekocht.
Er klinkt geroep en geratel van kruierswielen. We weten zonder blauwe plekken op te lopen onze zitplaats B2 - 47 in te nemen. Buiten is het donker geworden.
Ik heb het altijd als een romantisch avontuur beleefd, maar deze nachttrein naar Mumbai kon wel eens een nachtmerrie worden. In onze wagon met airconditioning zijn feitelijk geen coupé's. Telkens twee keer drie bedden boven elkaar, gescheiden door een tafeltje onder het raam. De middelste bedden zijn voorlopig opgeklapt waardoor het onderste gedeelte zes zitplaatsen opleverd. Evenwijdig aan het gangpad is een rij van telkens twee bedden boven elkaar gesitueerd. De onderste bedden kunnen weer tot zitplaatsen worden verbouwd. Net als enkele groepsgenoten, moet ik volgens de vervoersbewijzen één bedje delen met Anke. Overboeking heet zoiets.
De chaos is niet te overzien maar de trein zet zich stoïcijns in beweging.
Geduldig wachten we op een passende oplossing. Er zijn nog steeds wat bedden onbezet nadat we op enkele stations hebben halt gehouden. Hoofdschuddend schuifelt de hoofdconducteur met computeruitdraai onder de arm voorbij. Ja, nee, mischien of weet ik veel. Er valt vaak niets uit op te maken wanneer Indiërs zo met hun hoofd wiebelend antwoorden terugseinen. We willen nog niet toegeven aan het steeds weer omhoog kruipende gevoel van moedeloosheid. In ons rijtuig zijn twee families constant in de weer met geurende etenswaren. Het veeltallige cateringpersoneel voert strijd met de mensen die hun plek niet wensen in te nemen en zo het gangpad tot een drukke verkeersader maken. Peuters klauteren als gekooide aapjes de bedden op en af. De dames van tegenover, met wie we alle personalia reeds hebben uitgewisseld, hebben het zichtbaar en hoorbaar naar hun zin. Beddengoed wordt gedistribueerd en alle beschikbare ligplaatsen zijn ingenomen. Rest ons een manier te vinden om half zittend, hangend en wurgend een vorm van slaapplaats te creëren op ons bedje van nog geen meter smal. Jaloers zien we hoe elders in het treinstel de TL-verlichting uit gaat en het gekwetter verstilt.
De dames van tegenover zijn zover nog niet. Anke weet langs diplomatieke weg alvast een geïmproviseerd bed op de vloer tussen hen in te richten. De romantiek van deze nachttrein zit op een dood spoor. Hoffelijkheid mijnerzijds zou geen uitkomst hebben geboden omdat zonder mijn uitgestoken ledematen al genoeg hindernissen in het gangpad liggen. Het is nog steeds een hels kabaal om ons heen en tevreden zien we een oudere vrouw de spelcomputertjes en knisperende snoepzakjes in beslag nemen. Het gejammer van de gedupeerde kindertjes wordt met harde hand in lakens gesmoord. Eindelijk alleen nog het zingen van ijzer op ijzer beneden mij. Zachtjes wiegend sluit ik m'n ogen, in perfecte cadans.
Er trekt wat aan je netvlies voorbij op zo'n rondreis door het zuiden! En zelden valt er op het juiste moment een foto van te maken. Het lijkt trouwens wel of je permanent een paar zintuigen tekort komt in India.
Zoveel mooie herinnerien die ik vast wil houden, ik wil niet dat ze me ontglippen...
Dat schattige meisje dat al zo vroeg die rituele gebaartjes imiteert, jong geleerd oud gedaan. Nonverbale gebarentaal tussen grimeur en acteur, tussen bijrijder en chauffeur. Die oude man die van z'n fiets stapt, een beduimeld opschrijfboekje aanrijkt en zonder woorden om een handtekening vraagt. Zomaar op straat. In al die ogen lees ik dezelfde berusting, die nimmer aflatende verbondenheid met geloof. Waarom wilde ik nooit naar India? De confrontatie met de uitersten in dit land. De armoede op zich is moeilijk om mee om te gaan, maar ik weet me geen raad met de gelatenheid waarmee de armen hun lot ondergaan. Ook de intense overgave aan de godsdienst kan je hier doen verzuipen.
Ik dommel steeds verder weg, probeer met deze trein te vluchten, los te raken van hetgeen me langzaam begint te slopen.
Op de tast vindt ik m'n jas. Het is erg koud geworden onder de airco, die wollen mutsen uit Ooty hadden nu goed van pas gekomen. Wissels glijden onder mij door als ik nog even naar Anke omzie. In foetushouding zoekt ook zij naar warmte en slaap.
Beelden komen terug. Van wat de mensen op het platteland zoal op hun hoofd kunnen meetorsen, prachtige kleuren, uitgestoken handen, palmen in de regen. Altaartjes, uitbundige bloemenslingers, schijtende boeren.
Een vrouw loopt in vol ornaat de zee in, als in een aangrijpende Bollywood scene. Duizenden vrachtwagens, in dezelfde roestbruine fabriekskleur, schreeuwen om opgeleukt te worden.
Horn please! Tempels geurend naar wierook, Shiva, Vishnu, offerandes in rieten mandje, aanbidding op maat.
Het reuzenrad komt telkens in fragmenten terug. Het zou de grote spirituele levenscyclus kunnen symboliseren.
"Chai chai", de theeverkoper wekt me uit mijn dromerige diavoorstelling. Geschuifel in het gangpad sleept de stank van de toiletten mee. De dames rond Anke wrijven de slaap uit hun diepbruine ogen, grabbelen naar slippers en mobieltje. Buiten schuiven de groezelige voorsteden van Bom Bahia in de ochtendnevel voorbij. Het vuil van de straat en de oprukkende schimmels van de daken ontmoeten elkaar halverwege. Afgeladen forenzentreinen flitsen langs.
Krampachtig doe ik mijn best momenten van inspiratie terug te halen. Die verschillende culturen vormen wellicht India’s grootste aantrekkingskracht.
Toch kan ik het beste buitenstaander blijven, zelf de grens bepalen tot hoever ik kan gaan.
Drie weken in het zuiden van dit subcontinent en al wat ik nu zoek is de kans om de verlamming te doorbreken.
Zo worstelt denk ik, menig reiziger in India met de vraag: Waar sta ik ?
Aldoor verder reizen in het bestaan, naar het volgende station op de route naar “verlichting”.
Zweverig, geholpen door slaapgebrek, zie ik een fel wit schijnsel dat naderbij lijkt te komen.
Maar ik ben nog niet zover …

  • 19 November 2007 - 20:44

    Sas:

    Ach Harry, slapeloze nachten zijn vervelend. Zeker in een Indiase boemel die overbevolkt is. Het levert voor mij en het thuisfront wederom een prachtig reisverslag op. Net als een slapeloze nacht in Egypte in de bus.

  • 20 November 2007 - 08:17

    Inge:

    Zie eerder commentaar. Harry, je bent een onontdekt wereldschrijver in de dop.

  • 20 November 2007 - 12:21

    Pa En Ma:

    Hallo luitjes.
    Zeg harry je moet nog meer van die nachtelijke ritjes maken en dan je belevenissen opschrijven dan kun je ze later als boek uitgeven.
    groetjes Pa en Ma.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Anke en Harry

In oktober 2001 ontmoetten wij elkaar op Schiphol en in India leerden we elkaar beter kennen. Nu we (bijna) vijf jaar getrouwd zijn, doen we het nog eens over......

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 189
Totaal aantal bezoekers 12343

Voorgaande reizen:

26 Oktober 2007 - 20 November 2007

Mijn eerste reis

Landen bezocht: